Veelzijdig gevarieerd & allergisch voor onzin

Project Hessdalen

Een van de meest massale en langdurendste waarnemingen van zogenaamde licht fenomenen vindt tot op de dag van vandaag plaats in de Noorse Hessdalen vallei. Een vallei van om en de nabij 12 kilometer lang, waar al sinds de jaren 40 vreemde lichtbollen worden gezien. Begin jaren 80 kwam het fenomeen pas echt op gang, en werden de lichtbollen  frequenter in aantal. Het is een van de weinige ufo-gerelateerde fenomenen die serieus wetenschappelijk wordt onderzocht. Echter, tot op heden zonder resultaat.

Verhalen over de vreemde lichten gaan al meer dan 100 jaren terug, maar werden in de jaren veertig pas voor het eerst vastgelegd. Verhalen over vreemde lichten in de vallei, meestal wit of geel. Soms begeleidt door kleinere dan de andere rode lichtbollen. Ook werden lichten met alle kleuren van de regenboog vastgelegd.

De lichten werden sporadisch gezien in het dun bevolkte gebied, waar ongeveer 200 mensen wonen. Tot in December 1981 de activiteit enorm toenam. Lichten, welke soms meer dan een uur op dezelfde plek in de lucht bleven hangen werden meer en meer waargenomen in de vallei. Meestal niet boven de omringende bergen uitkomend. In één enkel geval waarbij dit wel gebeurde, werd het als een object ook vastgelegd op radar met een snelheid van ongeveer 8.300 meter per seconde!

Opvallend is dat de lichtbollen vaker in de winter worden gezien, dan in de zomer. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat in de zomer de zon nauwelijks onder de horizon komt in Hessdalen, en dus minder goed zijn waar te nemen.

In de jaren 1981 en 1982 bleef de activiteit hoog en was het fenomeen zo’n 20 keer per week te bewonderen, tot in de lente van 1983 de activiteit plotseling drastisch afnam en er tegen de tijd dat het zomer werd, helemaal geen lichtbollen meer werden gezien. Het fenomeen leek verdwenen.

Daarmee was echter niet de kous af, want in de herfst van 1983 begon het fenomeen weer, in sterk mindere mate, weer op te duiken tot het ongeveer een jaar later, in 1984 weer in activiteit toenam.

Het fenomeen lijkt grillig in aantal en de momenten wanneer het opduikt, maar is tegenwoordig toch nog steeds meer dan 20 keer per jaar te bewonderen.

Ondanks dat het fenomeen reëel was, en het zich steeds weer leek te herhalen, leken de overheid en andere instellingen niet veel interesse te tonen voor het fenomeen, en onderzoek bleef ook achterwege. Een vijftal onderzoekers besloot hierop zelf het fenomeen te gaan onderzoeken, en in Januari 1984 werd Project Hessdalen geboren en een hele reeks aan meet instrumenten werd in stelling gebracht om het fenomeen op een wetenschappelijke manier in kaart te brengen. Vrijwilligers werden geronseld en zo veranderde het waarnemen van het fenomeen naar onderzoeken van het fenomeen om zo tot een verklaring te kunnen komen.

Contacten werden gelegd met onder andere de universiteiten van Trondheim, Oslo en Bergen voor bijstand in het analyseren van de verzamelde data en hulp bij het onderzoek.  Onder leiding van onderzoeker Erling Strand begon in Januari 1984 in het besneeuwde Hessdalen vallei het onderzoek, en de meegebrachte instrumenten en camera’s begonnen vreemde dingen vast te leggen. De instrumenten die ze daarvoor in stelling brachten logen er niet om. Een batterij aan camera’s die elke ook een ander licht spectrum konden vastleggen, zodat vastgelegd kon worden uit welk type licht het fenomeen bestaat en wellicht uit welke chemische elementen het licht is ontstaan. Een seismometer om te bepalen of wellicht tektonische activiteit een rol speelt. Radar om snelheden en posities mee vast te leggen. Een magnetometer om eventueel magnetisme mee vast te leggen in relatie tot het fenomeen. Een apparaat om het radiospectrum meer te kunnen monitoren, een geigerteller, en tot slot een laser. De laser was vooral bedoeld om rechtstreeks op de lichtbollen te richten en te zien of dat eventueel een reactie opleverde.

Ondanks dit zware geschut, werd de oorzaak of herkomst van de lichtbollen nooit gevonden. In tegenstelling van wat werd verwacht, leverde het onderzoek geen antwoorden op, maar juist meer vragen.

Seismische activiteit kon al snel worden uitgesloten als gerelateerd aan het fenomeen, er werd geen activiteit waargenomen. Ook in het infrarood spectrum werd niks waargenomen, en ook in het radiospectrum werd niks gemeten. Ook de geigertellers waren overbodig, ook hiermee werd niks gemeten. Vreemd genoeg had de laser wel effect.  De lichtbollen lijken te knipperen in een patroon, en in ach van de negen keren dat een laser op de lichtbollen werd gericht, veranderde het knipper patroon. Dit effect leverde dan wel geen antwoorden op, maar het liet wel zien dat er een soort van interactie mogelijk was.

Ook de radar deed opmerkelijke waarnemingen. De radar toonde meer “objecten” dan met het blote oog werd waargenomen. Ook opnamen met de camera’s in de richtingen waarin de radar de objecten wel zag, leverden geen beelden op.

Over het hele fenomeen kunnen maar enkele dingen met zekerheid worden gezegd.  Er zijn fenomenen die ingedeeld in drie afzonderlijke klassen gebaseerd op uiterlijke kenmerken. De eerste klasse zijn kleine objecten welke felle witte of blauwe flitsen geven. Deze worden boven het hele gebied waargenomen. De tweede klasse zijn objecten die een wit of geel/wit licht geven, en meestal in de vallei zelf worden waargenomen. Deze klasse objecten bevinden zich op geringe hoogte, en hangen soms meer dan een uur stationair, voor ze in beweging komen. Soms zeer snel accelererend en met ook zeer hoge snelheden.

De derde klasse bestaat uit meerdere objecten, ook weer wit of geel/wit, maar dan met een rood licht aan de “voorkant” en met een vaste positie ten opzichte van elkaar. Deze objecten worden meest waargenomen nabij de nabije bergtoppen.

Ook de vorm van de objecten lijkt ingedeeld te kunnen worden in drie hoofd klassen. De meest voorkomende vorm is een kogelvorm met de punt naar beneden gericht, een “football” vorm en een vorm van een kerstboom, maar dan ook met de punt naar beneden gericht. Andere vormen worden ook waargenomen, maar de meesten vallen in een van deze drie klassen.

Alle onderzoek ten spijt, is er tot op de dag van vandaag geen passende verklaring gevonden, maar heeft het fenomeen wel al de aandacht getrokken van wetenschappers wereldwijd. Een van de bekendste was Allen Hynek, die in 1985 persoonlijk in Hessdalen polshoogte kwam nemen.

Al vele jaren is er geen wetenschappelijk team meer constant aanwezig, echter is er wel een automatisch meetstation neergezet welke nog steeds het fenomeen “in de gaten” houdt en filmt. Het zogenaamde AMS heeft ook een drietal camera’s welke via internet zijn te benaderen, zodat iedereen die dat wil, zelf een oogje in het zeil kan houden.

http://www.hessdalen.org/station/stream1.shtml
http://www.hessdalen.org/station/stream2.shtml
http://www.hessdalen.org/station/stream3.shtml

Hessdalen lijkt na al die jaren dat het fenomeen nu al waargenomen kan worden wat in de vergetelheid te raken, maar kan toch wel als het beste bewijs beschouwd worden dat onverklaarde lichtfenomenen niet altijd zomaar de verzinsels zijn van verwarde geesten. In de letterlijke zin betreft het hier inderdaad ufo’s. Of het dan ook ufo’s zijn in de zin van buitenaards, kan betwijfeld worden. Onwaarschijnlijk zelfs. Maar het toont wel eens en te meer aan dat er zich meer dingen tussen hemel en aarde bevinden die een degelijk wetenschappelijk onderzoek waard zijn.

Alleen degelijk wetenschappelijk gefundeerd en geaccepteerd onderzoek kan, ook in de ufologie, de antwoorden leveren waar niemand nog omheen kan.

De officiële website van het Hessdalen project: http://www.hessdalen.org/

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

5 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
5
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x