Veelzijdig gevarieerd & allergisch voor wappies

De schimmige wereld van ufo’s [LongRead]

Ufo’s.. Geen enkel bewijs voor een buitenaardse herkomst. Wel onderzoeken en conclusies, en, vreemd genoeg, toch ook geheimhouding tot in de hoogste regionen.

Het is een vreemde situatie. Het onderwerp ufo’s zal door de meeste mensen sowieso al met een meewarige glimlach aangehoord worden. Buitenaards bezoek, graancirkels, ontvoeringen, vee verminking, en noem de geijkte links maar op. Aan fantasten geen gebrek.

Maar toch is het fenomeen reëel en nog steeds gaande. Ook zonder alle fantasie verhalen en “mogelijke” herkomst, zijn er voorvallen met onbekende objecten geweest die tot de dag van vandaag nog niet verklaard kunnen worden. Ook het laatste decennium.

Over dit feit bestaat ook geen twijfel of onenigheid. Het gaat pas mis wanneer het aankomt op de mogelijke verklaringen voor deze voorvallen. Een buitenaardse herkomst wordt veelal geopperd door diverse “onderzoekers”. Hoewel niet helemaal uit te sluiten, moet dat toch eerst maar eens worden aangetoond. Voorlopig en realistisch gezien ontbreekt daar toch het kleinste beetje harde bewijs voor.

Ufo’s zijn een reëel fenomeen zonder echte antwoorden tot nu. Maar vreemd genoeg blijkt er toch wel een hoop informatie over het onderwerp te bestaat die, toch verrassend, wel onder het mom van staatsveiligheid geheim wordt gehouden.

UPDATE 16 December 2017

POLITICO: Zoekt het Pentagon naar ufo’s?

Van studieobject naar niks aan de hand.

In de Verenigde Staten werden in de jaren 60 en 70 enkele onderzoeken uitgevoerd. De meest invloedrijkste daarvan waren de zogenaamde Condon Report en Project Bluebook. Over het Condon Report kunnen we kort zijn. Het was naar geen enkele maatstaf een gedegen onderzoek. Project Bluebook was wel een stuk grondiger.

Aan de hand van dit onderzoek, dat in Januari 1970 ten einde kwam, werden drie officiële standpunten ingenomen die tot op heden onveranderd zijn gebleven.

1. Het ufo fenomeen vormt geen bedreiging voor de nationale veiligheid in de Verenigde Staten.

2. In de gevallen dat ufo voorvallen niet verklaard konden worden was er geen bewijs voor technische ontwikkelingen die de huidige stand van techniek (1970) overstijgen.

3. Er is geen bewijs voor een buitenaardse herkomst van de onverklaarde ufo voorvallen.

Nadat deze resultaten officieel naar buiten waren gekomen, werd het hoofdstuk “ufo’s” dan ook afgesloten en nam de (wetenschappelijke) belangstelling voor het fenomeen ook snel af. Officieel is er dan ook niks aan de hand.

Project Sign en Grudge.

Project Sign was een van de voorgangers van Project Bluebook. Het onderzoek werd in 1948 uitgevoerd in opdracht van generaal NathanTwining en eindigde het einde van hetzelfde jaar met het statement dat er uit het onderzoek geen conclusies getrokken konden worden. Volgens luchtmacht kapitein Edward Ruppelt, die later Project Grudge en de eerste jaren van Project Bluebook zou leiden, was de afloop van Project Sign anders dan de officiële versie.

Eind 1953 vroeg Ruppelt overplaatsing aan toen hij het niet eens was met tussentijdse conclusies van Project Bluebook (Robertson Panel) en het inkrimpen van zijn staf van tien naar twee man. Kort daarop nam Ruppelt ook ontslag en ging aan het werk als ingenieur bij vliegtuigbouwer Northrop en schreef een boek over ufo’s en de onderzoeken daarnaar. Ruppelt schreef in het voorwoord:

This is a book about unidentified flying objects—UFO’s—”flying saucers.” It is actually more than a book; it is a report because it is the first time that anyone, either military or civilian, has brought together in one document all the facts about this fascinating subject. With the exception of the style, this report is written exactly the way I would have written it had I been officially asked to do so while I was chief of the Air Force’s project for investigating UFO reports—Project Blue Book.

In het boek beweerde Ruppelt dat het met Project Sign anders was gelopen dan de officiële conclusie. Volgens Ruppelt waren de eerste conclusies dat er inderdaad onbekende objecten bestonden die noch door de Verenigde Staten, noch door Rusland waren gemaakt, en wellicht een buitenaardse herkomst hadden. Deze voorlopige conclusies zouden vervolgens ook naar het Pentagon gestuurd zijn, alwaar toenmalig “chief of staff”, generaal Hoyt Vandenberg prompt die resultaten liet vernietigen omdat de conclusies niet door fysieke bewijzen ondersteund zouden worden. Kort daarop werd heel het onderzoek door generaal Hoyt Vandenberg ook stopgezet, en later opgevolgd door Project Grudge.

Het boek van Ruppelt is tegenwoordig “public domain”, en vrij te verspreiden. De link is te vinden onderaan het artikel bij het “bronnen overzicht”.

Project Sign ging eind 1948 bijna naadloos over in Project Grudge en ging verder waar Project Sign stopte. Echter ook hier weer controverse.

De officiële conclusies van dit onderzoek logen er niet om:

Al het bewijs en analyses van ufo’s wijzen er op dat ufo’s het resultaat zijn van:

1. Het verkeerd interpreteren van conventionele objecten

2. Een milde vorm van massa hysterie en “oorlogs zenuwen” (WW2 was net achter de rug)

3. Hoaxen (nep meldingen/voorvallen) of personen die aandacht zoeken

4. Personen met psychische problemen

Dat zijn hoe dan ook toch opvallende conclusies en ook destijds niet onomstreden. Daarbij spreken de uiteindelijke resultaten van Project Bluebook, het onderzoek na Grudge, deze conclusies ook tegen met 701 onverklaarde voorvallen.

Kapitein Ruppelt schreef er, onder andere, dit over:

Some of “ATIC’s Air Technical Intelligence Center’s top intelligence specialists who had been so eager to work on Project Sign were no longer working on Project Grudge. Some of them had drastically and hurriedly changed their minds about UFOs when they learned the Pentagon was no longer sympathetic to the UFO cause.”

En toen kwam Project Bluebook.

Project Bluebook was het langstlopende onderzoek naar het ufofenomeen ooit. Het onderzoek begon in 1952 en eindigde pas begin Januari 1970. Toen het onderzoek was afgelopen waren er 12.618 ufo voorvallen onderzocht. Toch bleven 701 voorvallen niet verklaard.

De al eerder genoemde generaal Ruppelt was de eerste leider van dit onderzoek wat een definitief antwoord moest geven op de vraag met wat men te maken had. Ruppelt was ook de persoon die de tot dan gebruikte term “vliegende schotel” verving voor de meer neutrale term “Unidentified Flying Object”, ofwel UFO. De term ufo werd overigens niet door Ruppelt bedacht. Enkele jaren eerder kwam marine piloot Donald Keyhoe al met deze term op de proppen.

5 onderzoeksleiders en 12.618 onderzochte ufo voorvallen verder, kwam het onderzoek begin januari 1970 dan toch ten einde en werden er conclusies getrokken. Het onderzoek werd vrij gegeven, en aan de hoogtijdagen van het “ufo tijdperk” kwam een einde.

bluebook

Toch was het ook ditmaal niet einde verhaal.

Januari 1974 werden de documenten van Project Bluebook eindelijk openbaar gemaakt, en waren voor enkele maanden in te zien voor belangstellenden. Daar werd uiteraard dan ook dankbaar gebruik van gemaakt. Daarbij vielen een paar dingen op, waarvan een van de belangrijkste was dat het “classificatie systeem” aan de hand van waar een voorval als verklaard of onverklaard werd ingedeeld, nogal willekeurig leek. Zo werd een object met enorme snelheden en vreemde koerswijzigingen een vliegtuig, en andersom, van de onverklaarde voorvallen bleken enkelen juist wel simpel te verklaren.

Iets waar kapitein Ruppelt in 1951 al mee leek te worstelen: https://en.wikipedia.org/wiki/Project_Blue_Book#Project_Blue_Book_Special_Report_No._14

Uit het onderzoek wat er toen werd gedaan, kwamen andere, toch verrassende, resultaten.

Namelijk:

1. Van alle toen beschikbare voorvallen kon 69% verklaard worden. Van die 69% was weer 38% twijfelachtig in de zin dat deze voorvallen niet met zekerheid verklaard konden worden

2. Van de verklaarde gevallen was 86% toe te schrijven aan fysieke objecten als vliegtuigen, ballonnen of waren astronomische verschijnselen zoals planeten als Venus. Slechts 1.5% kon worden toegeschreven aan hoaxes of personen met een psychisch probleem..

3. Hoe gedetailleerder een ufo voorval was vastgelegd, hoe groter de kans was dat het voorval niet verklaard kon worden. Van al deze voorvallen kon 35% niet worden verklaard. Ter vergelijking kon “slechts” 18% van de minder gedetailleerde voorvallen niet worden verklaard.

Meer details hier: https://en.wikipedia.org/wiki/Identification_studies_of_UFOs

Overigens vonden de onderzoekers dat ook deze resultaten niet wezen op technologie wat geavanceerder was dan de toenmalige stand van techniek. Hierop kwam vervolgens dan wel weer het kritiek dat met deze uitkomsten evenzogoed het tegenovergestelde beweerd kon worden.

In ieder geval waren ook deze resultaten (alweer) anders dan er uit Project Bluebook zouden rollen. En zeker een heel verschil met wat Project Grudge een paar jaren daarvoor had opgeleverd.

Nadat de documenten tijdelijk openbaar waren, werden van alle documenten een kopie gemaakt, de inhoud gecensureerd en op microfilm gezet. Hierna waren alleen deze microfilms nog vrij in te zien. En ook dat leverde een paar problemen op voor onderzoekers. Zo was er, bijvoorbeeld, nu geen link meer te maken tussen verschillende documenten en voorvallen.

Ufo onderzoeker en auteur Don Berliner heeft een groot aantal zaken uit Project Bluebook samengevat en legt uitgebreid uit tegen welke problemen onderzoekers aanliepen: http://www.nicap.org/bluebook/unknowns.htm

Op het kritiek van Berliner zou hier en daar wel iets afgedongen kunnen worden. Toch geeft het geheel wel een beeld van een onderzoek dat goed van start ging, maar toch al vrij snel twijfelachtige trekjes begon te vertonen.

Twijfelachtige aanpak

De eerste persoon die Bluebook leidde was kapitein Ruppelt. Daarbij had hij de in militaire kringen ongeziene bevoegdheid dat hij niet de zogenaamde “chain of command” hoefde te volgen voor zijn onderzoek. Ruppelt had van niemand toestemming nodig om wie dan ook te ondervragen en een vaste staf van tien onderzoekers. Kapitein Ruppelt pakte het ook voortvarend aan, en liet een standaard vragenlijst ontwikkelen in de hoop op die manier ook statistische data te ontsluiten. Ruppelt spaarde ook zijn eigen staf niet. Iemand die te sceptisch of juist te overtuigd tegenover het fenomeen begon te staan werd ook prompt vervangen. Iets wat vlak na de start van het project drie personen was overkomen. Ook zocht Ruppelt de hulp van wetenschappers en onderzoekers Een van de bekendste wetenschappers betrokken bj Bluebook, was astronoom Allen Hynek. Een, toen nog, groot scepticus van het ufofenomeen die de mening was toegedaan dat ufo’s min of meer de waan van de dag waren, en er na onderzoek niet veel meer van over zou blijven

Robertson Panel

Nadat in 1952 het aantal ufomeldingen drastisch toenam en er zelfs een heuse vloot ufo’s boven het Witte Huis was verschenen, werd er een tandje bijgeschakeld. Project Bluebook kreeg plotseling een stortvloed aan nieuwe ufowaarnemingen te onderzoeken. Wie exact opdracht heeft gegeven voor het instellen van het zogenaamde Robertson panel is nergens meer te achterhalen. Vermoedelijk maakte het ufo voorval pal boven het Witte Huis bepaalde mensen toch nerveus. De voorvallen boven Washington leverde een enorme hoeveelheid ufo meldingen op. Waarnemingen die ook nog eens overeenkwamen met radarbeelden. Hoe dan ook, in Juli 1952 kwam vanuit de Amerikaanse CIA de opdracht om tussentijds, Project Blue book was niet lang daarvoor al van start gegaan, om een groep wetenschappers samen te stellen die de recente voorvallen nader moesten bekijken.

Onder leiding van Howard Robertson  werd een groep van wetenschappers, astronomen en andere onderzoekers samengesteld die in Januari 1953 voor het eerst samenkwamen. Kapitein Ruppelt en astronoom Allen Hynek, die ondertussen als adviseur van Project Bluebook aan de slag was, presenteerden hun “beste” ufo voorvallen met bewijzen aan het panel, waarna deze ook aan de slag kon gaan. Het panel had 6 jaar aan “ufo data” ontvangen om te onderzoeken.

Opmerkelijk genoeg duurde het “onderzoek” van het Robertson Panel niet meer dan 12 uren, en was er ook een al, een evenzo opmerkelijke, conclusie. Namelijk: Ufo’s waren een alledaagse (prosaic genoemd in de conclusies) verschijnsel die alle met een beetje meer onderzoek verklaard kon worden. Verder onderzoek was niet de moeite waard, aldus het panel

Een maand later, in Februari 1953, kreeg kapitein Ruppelt een tijdelijke overplaatsing en kon voor enkele maanden niet meer werken aan Bluebook. Toen Ruppelt terugkeerde werd hij geconfronteerd met het feit dat in zijn afwezigheid zijn staf van tien personen was gereduceerd naar nog maar twee medewerkers. Gedesillusioneerd hierdoor en de conclusies van het Robertson panel opperde Ruppelt het hele onderzoek dan maar te laten doen door het “4602nd Air Intelligence Service Squadron”, een speciale tak van de luchtmacht die verantwoordelijk was voor “onderzoek” naar buitenlandse luchtvaart techniek. http://www.airspacemag.com/military-aviation/the-original-men-in-black-3849054/ en vroeg een overplaatsing aan van Project Bluebook. Niet lang daarna nam Ruppelt ook ontslag en ging aan het werk bij vliegtuigbouwer Northrop.

Een van de panel leden van het Robertson Panel, Dr. Thornton Page , verklaarde later dat er al voor de officiële samenkomst van het panel in Januari 1953, onofficiële bijeenkomsten van het panel waren geweest waarin de leider van het onderzoek, Howard Robertson, aan de panelleden verklaarde dat het doel van het onderzoek het wegnemen van de bezorgdheid bij de bevolking en het aantonen dat ufo voorvallen simpel waren te verklaren was. Een doelstelling die overeen kwam met de officiële standpunten die de CIA destijds ook al innam wat betreft het ufo fenomeen.

Aanmodderen

De opvolger van Ruppelt was kapitein Charles Hardin, die in Maart 1954 de leiding kreeg over Project Bluebook. Hardin leek het onderzoek echter niet op te pakken, maar liet het onderzoek aanmodderen door het onderzoek inderdaad te laten uitvoeren door het 4602nd Air Intelligence Service Squadron. Zo er al sprake was van gedegen onderzoek. Ruppelt was kort over Hardin: Hardin denkt dat iedereen met een interesse voor ufo’s gek is. Het interesseert hem niet..

Een jaar later, in 1955, werd ook de doelstelling van Bluebook aangepast. Ineens was het doel niet meer het onderzoeken van ufo voorvallen, maar het reduceren van het aantal tot dan onverklaarde voorvallen. Tot dan was er onder kapitein Ruppelt voor tussen de 20 en 25% van alle voorvallen geen verklaring gevonden. Daar bleef na deze beslissing nog maar 1% van over. Deze beslissing en werkwijze zou ook een verklaring kunnen zijn voor wat onderzoeker Don Berliner in 1974 ook al opviel: Het classificatie systeem wat een ufo voorval verklaard of onverklaard maakte leek nogal willekeurig.

In 1956 nam kapitein George T. Gregory het stokje over. Onder hem werd er zelfs helemaal geen onderzoek meer gedaan naar ufo voorvallen. De nadruk lag nu geheel op het aanpassen van het classificatie systeem om het aantal onverklaarde voorvallen nog verder te reduceren. Iets wat tot vreemde situaties begon te leiden. Zaken die misschien verklaard konden worden waren ineens waarschijnlijk verklaard, en zaken waar twijfel over was waren ineens wel verklaard.

One way that Gregory reduced the number of unexplained UFOs was by simple reclassification. “Possible cases” became “probable”, and “probable” cases were upgraded to certainties. By this logic, a possible comet became a probable comet, while a probable comet was flatly declared to have been a misidentified comet. Similarly, if a witness reported an observation of an unusual balloon-like object, Blue Book usually classified it as a balloon, with no research and qualification. These procedures became standard for most of Blue Book’s later investigations.

Zo merkte de adviseur van Bluebook, astronoom Allen Hynek later op.

In 1958 kreeg het onderzoek met majoor Robert J. Friend alweer een andere leider. Friend wilde, ondanks de veranderde doelstelling, een andere aanpak en en het classificatie systeem weer herzien. Friend vond hierin een medestander in de adviseur van het onderzoek, astronoom Allen Hynek. Gezamenlijk wilden ze er voor zorgen dat het eerder ingevoerde willekeurige classificatie systeem werd terug gedraaid en het werkelijke onderzoek weer werd opgepakt. In 1959 regelde Hynek enkele bijeenkomsten tussen de verantwoordelijke organisaties en personen, en pleitte er voor dat eerder onderzochte en (verkeerd) geclassificeerde voorvallen opnieuw werden beoordeeld zodat ze dit maal wel de juiste classificatie zouden krijgen.

Het initiatief draaide uiteindelijk op niks uit.

Een jaar later, in 1960, leidde de gang van zaken rond Bluebook dan toch in opspraak. Het in 1950 opgerichte Nicap (National Investigations Committee On Aerial Phenomena) https://en.wikipedia.org/wiki/National_Investigations_Committee_On_Aerial_Phenomena eiste een officieel onderzoek naar de gang van zaken rond Bluebook, en vond gehoor bij genoeg senatoren om dit ook daadwerkelijk van de grond te krijgen. Een hoorzitting voor het Amerikaanse senaat was het resultaat. Ook dit had niet echt resultaat. Het budget van Bluebook werd enigszins verhoogd, en er werd wat meer personeel toegewezen aan het onderzoek.

Toen Majoor Friend in 1963 uiteindelijk ook weer plaats moest maken voor de volgende leider van het onderzoek, was Friend een stevige mening toegedaan over het onderzoek: Het was een effectief waardeloos onderzoek dat beter gestopt zou kunnen worden. Zelfs als dit tot verontwaardiging onder de bevolking zou leiden. Aldus Majoor Friend.

De volgende en laatste leider van het onderzoek was majoor Hector Quintanilla. Het was onder de leiding van Quintanilla dat Bluebook zelfs kritiek kreeg te verduren uit wetenschappelijke hoek.

De verklaringen voor sommige gemelde waarneming konden ook niet anders dan minimaal opmerkelijk genoemd worden.

In de zomer van 1965 vond er boven verschillende Amerikaanse staten een heuse ufogolf plaats, en de meldingen stroomden dan ook binnen bij het onderzoek. Zo kwamen er meldingen binnen van getuigen die verschillende objecten met een diamant of ovaal vorm en van kleur verschietende objecten waargenomen zouden hebben. Daarnaast zou ook de Highway Patrol in Oklahoma getuige zijn geweest van dit spektakel en wisten deze ook te melden dat de luchtmacht basis Hector Tinker Air Force Base https://en.wikipedia.org/wiki/Tinker_Air_Force_Base objecten op radar had waargenomen die in maar enkele seconden van 22.000 feet (6.7 kilometer) naar ongeveer 4000 feet (1,2 kilometer) daalden. Ook een meteoroloog uit de pal Noordelijk gelegen staat Kansas had gemeld dat hij met de radar van het “state Weather Bureau” een aantal vreemde objecten had opgepikt op een hoogte van tussen de 6000 en 9000 feet (tussen 1.8 en 2.7 kilometer). Deze voorvallen haalden zelfs het nationale nieuws destijds.

Bluebook kwam met een officiële verklaring voor deze voorvallen die nogal wat wenkbrauwen deden fronzen. In deze officiële verklaring zouden de getuigen de planeet Venus en sterren als Betelgeuze en Rigel verantwoordelijk zijn. Beide sterren zijn inderdaad duidelijk aan de hemel te onderscheiden, maar niet op die tijd en plek.

Al snel kwam er, voor de hand liggende, kritiek op deze verklaring. Zo waren beide sterren die avond niet te zien vanaf die zijde van de planeet, en is het niet mogelijk een planeet en sterren op radar te laten verschijnen. Astronoom Robert Riser had een gevat antwoord: Ook hij wees er op dat deze sterren die tijd van het jaar (Augustus) aan de andere zijde van de planeet waren te bewonderen, maar merkte ook op dat de luchtmacht dan waarschijnlijk hun “sterrenzoeker” op de kop hadden gehouden. Ook in de pers was de kritiek niet mals en werd gewezen op het feit dat radar niet de gewoonte heeft om planeten en sterren op te pikken.

Een ander voorval dat ook de nationale pers haalde vond een jaar later plaats op 17 april 1966. Het kreeg zelfs een naam: Portage County UFO Chase. Dit voorval startte die morgen omstreeks 5 uur met de melding van twee politieagenten die melding maakten van een schijfvormig zilverkleurig object op ongeveer 300 meter hoogte. Terwijl ze het volgden daalde het object meermaals naar ongeveer 15 meter. Ondertussen werd het object ook al gezien en gevolgd door meerdere politieagenten. De achtervolging duurde ongeveer een half uur en had, afgezien van de betrokken agenten, ook meerdere andere getuigen.

De politie maakte een gedetailleerd rapport op en zond het naar de onderzoekers van Bluebook. Al na 5 dagen werd bij monde van majoor Hector Quintanilla de conclusie bekend gemaakt.

De agenten zouden eerst een communicatie satelliet en daarna de planeet Venus hebben achtervolgd. De onderzoekers waren tot hun conclusie gekomen naar het interviewen van welgeteld één van de betrokken agenten. Niemand anders werd ondervraagd.

De eigen wetenschappelijk adviseur van Project Bluebook, Allen Hynek, noemde de conclusies zelfs absurd.

De gang van zaken was ook wetenschappers en zelfs politici niet ontgaan. Zo merkte congres lid William Stanton https://en.wikipedia.org/wiki/J._William_Stanton op dat de luchtmacht hiermee een groot stuk “prestige” had ingeleverd. Ook vond hij dat wanneer overheids mensen die worden belast met het publieke welzijn niet om kunnen gaan met de waarheid, de bevolking als reactie de overheid niet meer zal vertrouwen.

Ook in 1966 vond een voorval plaats dat (alweer) leidde naar een officiële hoorzitting over de werking van Project Bluebook voor het congres. Ditmaal naar aanleiding van een serie ufo waarnemingen boven de Amerikaanse staten Massachusetts en New Hampshire die door de luchtmacht werd afgedaan als oefeningen. De eerder genoemde organisatie NICAP kon echter aantonen dat dit niet het geval was geweest. En ook betrokken getuigen, waaronder ook ditmaal weer politie agenten, protesteerden hevig tegen deze conclusie.

Bij deze hoorzitting was ook pers uitgenodigd, en werd ook de visie van Allen Hynek gevraagd. Hynek pleitte voor een onafhankelijke civiel onderzoek door onafhankelijke wetenschappers en onderzoekers, maar erkende ook dat hijzelf geen harde bewijzen had gezien die een buitenaardse herkomst kon bewijzen, en ook geen competente wetenschappers kende die dat wel hadden.

Wat Project Bluebook betreft was Hynek echter ook duidelijk, en noemde het prutswerk (Shoddy). Als antwoord op het kritiek aan het adres van Bluebook kreeg Hynek een brief van kolonel Raymond Sleeper met de vraag hoe Bluebook verbeterd kon worden. Enkele punten uit het antwoord van Hynek waren:

1.Bluebook is een “gesloten systeem”. Er is geen enkel contact of overleg met de wetenschappelijke wereld buiten Bluebook.

2. De staf van het project schiet zwaar te kort in zowel aantal als wetenschappelijke kennis.

3. De statistische methode die wordt toegepast door Bluebook is niks minder dan bespottelijk.

4. Er is een gebrek aan belangstelling voor de meest significante ufo voorvallen.

5. De algemene houding en benadering is niet logisch en niet wetenschappelijk.

Enkele punten van kritiek uit het antwoord van Hynek die er niet om logen. Er werd echter weinig of niks mee gedaan, en een dik jaar later werd er dan ook een einde gebreid aan Project Bluebook.

En toen…

Met het afsluiten van Bluebook nam ook de Amerikaanse overheid de conclusie over. Officieel bestonden ufo’s niet meer en was het geen bedreiging voor de nationale veiligheid. Het onderwerp was hiermee officieel afgedaan en uit de wereld.

Na decennia lang onderzoek onderzoek zal de uitkomst vast voor niemand bevredigend zijn geweest. Niet voor de voorstanders van meer, beter en onafhankelijk onderzoek, maar ook niet voor de Amerikaanse luchtmacht en overheid, aangezien een en ander zeker niet onomstreden is. Daarnaast klinkt het logisch dat na al dit alles dan ook de belangstelling voor het fenomeen door de Amerikaanse overheid ook voorbij is. Officieel bestaat het fenomeen immers niet (meer) en is dus zeker geen gevaar voor de staatsveiligheid. Logischerwijs zou dat dan ook inhouden dat er, wat het ufofenomeen betreft, dan ook geen informatie meer achtergehouden behoeft te worden.

Het officiële standpunt tot op de dag van vandaag is de volgende:

USAF Fact Sheet 95-03 http://www.cufon.org/cufon/malmstrom/UFO_A.html

From 1947 to 1969, the Air Force investigated Unidentified Flying Objects under Project Blue Book. The project, headquartered at Wright-Patterson Air Force Base, Ohio, was terminated December 17, 1969. Of a total of 12,618 sightings reported to Project Blue Book, 701 remained “unidentified.”

The decision to discontinue UFO investigations was based on an evaluation of a report prepared by the University of Colorado entitled, “Scientific Study of Unidentified Flying Objects;” a review of the University of Colorado’s report by the National Academy of Sciences; previous UFO studies and Air Force experience investigating UFO reports during 1940 to 1969.

As a result of these investigations, studies and experience gained from investigating UFO reports since 1948, the conclusions of Project Blue Book were:

No UFO reported, investigated, and evaluated by the Air Force has ever given any indication of threat to our national security.

There has been no evidence submitted to or discovered by the Air Force that sightings categorized as “unidentified” represent technological developments or principles beyond the range of present day scientific knowledge.

There has been no evidence indicating the sightings categorized as “unidentified” are extraterrestrial vehicles.

With the termination of Project Blue Book, the Air Force regulation establishing and controlling the program for investigating and analyzing UFOs was rescinded. Documentation regarding the former Blue Book investigation was permanently transferred to the Modern Military Branch, National Archives and Records Service, and is available for public review and analysis.

Since the termination of Project Blue Book, nothing has occurred that would support a resumption of UFO investigations by the Air Force.

There are a number of universities and professional scientific organizations that have considered UFO phenomena during periodic meetings and seminars. A list of private organizations interested in aerial phenomena may be found in “Encyclopaedia of Associations”, published by Gale Research. Interest in and timely review of UFO reports by private groups ensures that sound evidence is not overlooked by the scientific community. Persons wishing to report UFO sightings should be advised to contact local law enforcement agencies.

En dat was dat. Hoofdstuk gesloten, het onderzoek voor iedereen in te zien voor eigen onderzoek, en geen reden om het onderzoek ter heropenen. Toch zijn er een paar kanttekeningen. Het onderzoek is inderdaad vrij in te zien. Maar is in 1974 wel zo gecensureerd dat verbanden tussen dossiers, voorvallen en personen niet meer zijn te achterhalen. Daarnaast mag toch wel gesteld worden dat de onderzoeksmethoden en conclusies op zijn minst toch wat controversieel zijn. Het is niet wat je van een echt onafhankelijk onderzoek zou mogen verwachten.

Omstreden

Sceptici verwijzen nog al eens naar Bluebook en ook het Condon report om er op te wijzen dat wetenschappelijk onderzoek al heeft plaatsgevonden met een duidelijke uitkomst.

Over het Condon report kunnen we kort zijn. Dit onderzoek vond in 1968 plaats onder de leiding van Edward Condon https://en.wikipedia.org/wiki/Edward_Condon. Condon was een groot scepticus van het ufo fenomeen en maakte daar ook geen geheim van. Uiteraard moeten onderzoekers sceptisch zijn. Maar Condon diskwalificeerde zichzelf eigenlijk al voor het onderzoek ook maar was begonnen door in interviews te verklaren dat hij het allemaal maar geldverspilling vond en wat hem betreft de conclusies al vast stonden. En inderdaad, zo geschiedde ook. Een slecht uitgevoerd onderzoek wat door Condon persoonlijk naar deze conclusie werd gestuurd. http://www.dulcet.nl/?s=condon

Dat ook zoveel medewerkers, en zelfs leiders, van de diverse onderzoeken een nogal afwijkende mening hebben over de diverse onderzoeken, zou ook voor iedereen een teken aan de wand moeten zijn. Met name de vraag in hoeverre we nu kunnen vertrouwen op de conclusies van dit soort onderzoeken zou toch wel eens vaker gesteld mogen worden. Ook door sceptici.

Verder mag ook niet worden vergeten dat, ondanks dat de prioriteit van Bluebook verschoof naar het aantal onverklaarde voorvallen drastisch te reduceren, er toch 701 voorvallen overbleven waarbij dit niet gelukt is.

Wetenschap of niet?

In de wetenschap is het de normale gang van zaken dat onderzoeken gecontroleerd kunnen worden. Dit staat bekend als “peer review”. Dit principe garandeert dat onderzoeksmethoden en conclusies kloppen. Maar ook dat er niet gesjoemeld is met resultaten om tot een bepaalde uitkomst te komen. Elke onderzoek dat deze “test” niet kan doorstaan wordt, terecht uiteraard, dan ook niet erkend.

Wat Bluebook betreft is het maar de vraag of er aan deze eis voldaan kan worden. Het verloop van het onderzoek, de kritieken van betrokkenen, de onderzoeksmethoden en de soms toch vreemd te noemen (tussentijdse) conclusies, maken het geheel op zijn minst toch wat twijfelachtig. Tel daar bij op dat door het censureren van alle documenten het geheel ook niet meer valt na te trekken, en er ontstaat toch een beeld van een “rommelig” onderzoek dat hier en daar best twijfelachtig genoemd kan worden.

De vraag is dan ook of een onderzoek met een dergelijk verloop wel als wetenschappelijk bewijs erkend mag worden.

Het heden

Anno nu is er wat het ufofenomeen toch een vreemde situatie ontstaan. Voorvallen vinden nog steeds plaats, en ook de voorvallen die niet verklaard kunnen worden stapelen zich op. Het zijn simpele feiten die ook best aangetoond kunnen worden. Het ufofenomeen is allerminst opgehouden of zelfs maar afgenomen na 1974. Het enige en meest opvallendste wat dit betreft is meer hoe het fenomeen wordt gezien. Van “onderzoekwaardig” naar borrelpraat en voer voor “complotters” in maar enkele jaren.

De komst van internet maakt het wat dat betreft ook niet beter. Serieuze informatie werd al erg snel bedolven onder meer en meer onzin, graancirkels, ontvoeringen, aliens op aarde die al dan niet het beste voorhebben met de mensheid, en ga zo maar door. Alles met buitenaards bezoek als een dikke rode draad door alles heen.

Ufologie is dan ook nooit een wetenschap geworden. Iedereen kan zichzelf ufoloog noemen en vervolgens de grootste onzin rond bazuinen. Iets wat dan ook veelvuldig gebeurd.

Toch vinden er geregeld voorvallen met onbekende objecten plaats die door hun uiterlijk en/of gedrag (nog) niet verklaard kunnen worden. Kortom: Ufo’s! Ze bestaan dus nog steeds. Hoe men het onderwerp ook mag zien, er valt simpelweg niet aan de conclusie te ontkomen dat het ufofenomeen ook na 1974 niet is opgehouden. Dezelfde vragen waar, onder andere, Bluebook het antwoord op moest geven, zijn nog steeds niet beantwoord.

En dan is er nog een andere vraag die veel onderzoekers ook bezighoudt. Als officieel na 1974 de belangstelling voor ufo’s niet meer aanwezig zou zijn, en het onderwerp ook geen gevaar oplevert voor de staatsveiligheid, waarom zit er dan toch zoveel informatie over ufo’s achter slot en grendel met als reden juist wel staatsveiligheid? En waarom is dan wel gebleken dat ondanks alles er nog steeds wel belangstelling is voor ufo’s? Zelfs belangstelling voor voorvallen ver over de eigen landsgrenzen.

Verdwenen documenten

In de laatste decennia is gebleken dat de belangstelling voor ufo’s dan toch niet ophield na 1974. Uit vrijgegeven documenten, al dan niet afgedwongen via een rechter, is gebleken dat er informatie betreffende het onderwerp aanwezig is tot in de hoogste regionen van geheimhouding. En dat geeft toch te denken.

Onderzoekers die dit gegeven verder willen uitdiepen komen terecht in een schimmige wereld van verdwijnende documenten, onwil om documenten vrij te geven en documenten die tot wel 98% onleesbaar zijn gemaakt.

Een voorbeeld van verdwijnende documenten werd geleverd door John Greenwald. Greenwald vraagt al tientallen jaren overheidsdocumenten op via de Amerikaanse vorm van onze eigen WOB regelgeving (Wet Openbaarheid van Bestuur). In de Verenigde Staten Freedom Of Information Act (FOIA) genoemd. Greenwald plaatst deze documenten vervolgens op zijn website http://www.theblackvault.com/documentarchive/all-ufo-documents-from/ in PDF formaat. Het zijn er ondertussen al ongeveer 1,3 Miljoen!

In 1996 ontving Greenwald op deze manier 250 documenten van de Amerikaanse militaire inlichtingendienst DIA. http://www.dia.mil/ Een gedeelte daarvan was echter zwaar gecensureerd, zodat Greenwald in 2014 een zogenaamde “Mandatory Declassification Review (MDR)” verzoek voor deze documenten indiende. Een dergelijk verzoek houdt in dat er dan verplicht wordt gekeken of de gecensureerde informatie ondertussen wel openbaar gemaakt mag worden. Daarna gebeurde er iets opmerkelijks.

Hoewel Greenwald bij het verzoek zelfs de links naar de bewuste documenten, die inmiddels dus ook op zijn website online stonden, mee stuurde in zijn verzoek, kwam er van de DIA, pas in de zomer van 2015, een nogal verrassend antwoord die er op neer kwam dat ze geen idee hadden om welke documenten het zou moeten gaan. Dit ondanks dat Greenwald zelfs de originele gecensureerde documenten kon tonen, inclusief alle relevante informatie. Ook bleek de betreffende FOIA zaak waarin Greenwald de documenten in eerste instantie had opgevraagd, ook te zijn verdwenen. Kortom, de documenten bleken niet meer vindbaar. http://www.huffingtonpost.com/alejandro-rojas/government-says-it-has-lo_b_9220206.html

Uiteraard kunnen er met een zo groot aantal documenten, niet alleen die waarin ufo’s ter sprake komen, zo af en toe ook wel eens hier en daar documenten “verdwijnen”. Het lijkt wat slordig, maar niet onmogelijk. Het begint echter iets meer dan alleen slordig te worden wanneer documenten vaker lijken te verdwijnen.

Tot grote frustratie van onderzoekers gebeurd het regelmatig dat documenten verdwenen lijken te zijn, of er wordt verklaard dat enkel gecensureerde documenten nog maar beschikbaar zijn, en de volledige documenten spoorloos blijken. Ook de Amerikaanse inlichtingendiensten CIA en NSA blijken op deze manier documenten kwijt te raken.

Journalist voor Openminds TV http://www.openminds.tv/ en auteur voor het gerenommeerde Huffington Post, Alejandro Rojas legt het hieronder iets gedetailleerder uit.

Verdwenen documenten speelt ook een rol over de grenzen van de Verenigde Staten. In 2011 deed de Australische krant ,Sydney Morning Herald, een verzoek documenten vrij te geven waarin ufovoorvallen behandeld werden. Na twee maanden zoeken kwam echter het antwoord dat er geen relevante documenten te vinden waren. Volgens de officiële verklaring waren alle betreffende documenten vernietigd.

Volgens het officiële Australische standpunt wordt er sinds 2000 geen speciale aandacht meer besteedt aan het onderwerp, en zijn sindsdien ook de betreffende documenten vernietigd.

http://www.telegraph.co.uk/news/science/space/8561250/Australias-UFO-files-mysteriously-disappear.html De vraag van veel onderzoekers is in dit geval waarom deze documenten niet simpelweg zijn vrijgegeven.

Vrijgegeven documenten

In Januari 2017 gaf de CIA in een klap 1.3 miljoen documenten vrij. https://www.cia.gov/library/readingroom/collection/crest-25-year-program-archive Daarmee geeft het de indruk dat er maar weinig te verbergen valt. Bij een nadere blik op deze documenten blijkt echter dat er maar weinig van waarde tussen zit. Bij het gros van de documenten rijst zelfs de vraag waarom het ooit geclassificeerd en bewaard is gebleven. Van kassabonnen tot het recept voor onzichtbare inkt is allemaal te vinden. Zelfs de bekende illusionist Uri Geller bleek de belangstelling van de CIA getrokken te hebben. De documenten gaven een kleine blik in de keuken van de CIA. Of beter, in vreemde interesses zoals mindcontrol https://nl.wikipedia.org/wiki/Hersenspoeling en remote viewing https://en.wikipedia.org/wiki/Remote_viewing . Van de meer bekende ufo voorvallen echter geen spoor, terwijl deze documenten er toch wel degelijk moeten zijn. Wat niet wil zeggen dat er geen documenten over ufo’s zijn vrijgegeven. Dat is wel degelijk gebeurd. Opvallend hierbij is dat er een duidelijke belangstelling was voor voorvallen buiten de eigen landsgrenzen. https://www.cia.gov/library/readingroom/collection/ufos-fact-or-fiction Behalve dat de documenten een idee geven in welke richtingen de interesse voor het fenomeen ging, geeft de inhoud van de vrijgegeven documenten geen verdere details prijs over specifieke ufo voorvallen en het onderzoek, dat toch plaats heeft gevonden.

Ook andere landen hebben in het verleden documenten en/of informatie vrijgegeven. Een handig overzicht van de betreffende landen is hier te vinden: http://siriusdisclosure.com/evidence/countries-releasing-ufo-information/

Met zoveel informatie en documenten is het niet vreemd te veronderstellen dat wat ufo’s betreft alle informatie nu dan toch wel is vrijgegeven. Toch is dat niet het geval, en blijkt er toch nog steeds een hoop informatie achter slot en grendel met als reden toch de nationale veiligheid. Iets wat een beetje ironisch lijkt gezien het officiële standpunt wat betreft ufo’s die de meeste landen innemen.

De Engelse ufo documenten zijn hier in PDF formaat te vinden: http://www.theblackvault.com/documentarchive/united-kingdom-ufo-documents/

Geheimhouding

Ondanks de enorme berg documenten, al dan niet gecensureerd, is er nog steeds geen echte informatie bekend geworden. Het enige wat duidelijk is, is dat er toch een meer dan gemiddelde belangstelling voor het onderwerp uit blijkt. Documenten met de meest banale details over en rond het ufofenomeen zijn vrijgegeven. Toch zijn er geen documenten vrijgegeven waaruit duidelijk kan worden waarom informatie nog steeds onder staatsveiligheid valt. Of beter, waarom is iets als ufo’s dan toch wel interessant genoeg om relevante informatie nog steeds achter slot en grendel te houden?

In 1980 maakte een groep onderzoekers met de naam Citizens Against UFO Secrecy *Caus) de gang naar de rechter om documenten van de NSA. Het betrof een 135 tal zogenaamde COMINT https://en.wikipedia.org/wiki/Signals_intelligence#COMINT documenten. Comint is een afkorting voor Communications Intelligence en betreft informatie verkregen door spionage (onderscheppen van communicatie). Hoewel eerder werd gesteld dat documenten betreffende ufo’s niet zouden bestaan want “onderwerp afgedaan”, bleken er toch “ufo documenten” te bestaan, en werd na een zogenaamde FOIA request geweigerd deze vrij te geven.

Voor het tot een echte rechtszaak kon komen kreeg rechter Gerhart Gesell een tijdelijke “Top Secret clearance” en kreeg een document van 21 pagina’s voorgeschoteld door de NSA, waarin uit de doeken werd gedaan waarom de betreffende informatie geheim moest blijven.

Dit document ging de geschiedenis in als de zogenaamde “Yeates affidavit”, genaamd naar de opsteller van het NSA document, Eugene Yeates. Ook dit document was destijds niet in te zien voor anderen.

Na het lezen van het document was de uitspraak van de rechter dan ook dat de documenten achter slot en grendel konden blijven.

Het gecensureerde Yeates affidavit

Het Yeates affidavit werd jaren later dan toch nog vrijgegeven, maar was grotendeels onleesbaar gemaakt.

Tot John Greenwald een nieuw verzoek tot herziening indiende. Dit leidde uiteindelijk in 2014 tot een Yeates affidavit die een stuk meer leesbaar was. http://documents.theblackvault.com/documents/ufos/nsa/nsaaffidavit-aftermdr-july2014.pdf

Hoewel de vitale informatie nog steeds onleesbaar was gemaakt, blijkt uit het document wel de argumentatie van de NSA destijds: Het beschermen van bronnen en methoden over hoe de NSA de informatie over ufo’s in bezit heeft gekregen. De documenten met informatie over ufo’s bleven dus geheim.

Over de jaren heen is een aantal van de documenten waar deze rechtszaak om begonnen was, dan toch wel vrijgegeven. Maar met zo’n 75% van de documenten onleesbaar dan toch niet echt bruikbaar. Een goed voorbeeld is hier te vinden: http://documents.theblackvault.com/documents/ufos/nsa/commint_xxxx_ufo.pdf

Volgens de Amerikaanse wetgeving moeten documenten ouder dan 25 vrijgegeven worden, en werd het ook voor de NSA moeilijker om deze documenten niet vrij te geven. Wat er toe leidde dat de NSA in 1997 alsnog met 156 documenten op de proppen kwam. Ook deze documenten waren zo zwaar gecensureerd dat deze uiteindelijk niks over de inhoud prijs gaven.

Het was, alweer, John Greenwald die ook voor deze documenten een zogenaamde “MDR” request” deed voor deze 156 documenten. De NSA was dus verplicht de documenten te herzien en informatie leesbaar te maken die nu dan wel prijsgegeven zou kunnen worden. Maar ook dit verzoek kon niet worden uitgevoerd. De NSA verklaarde alleen nog in het bezit te zijn van de gecensureerde documenten, en de originelen te zijn kwijtgeraakt.

Met een beetje zoekwerk valt er nog veel meer te vinden over verdwijnende documenten. Het geeft alles bij elkaar toch een beeld van een overheid die niet echt genegen is mee te werken aan het openbaren van kennis betreffende het ufo fenomeen. Wat dan toch de vraag oproept waarom die geheimzinnigheid over een onderwerp die decennia eerder al het predicaat meekreeg niet van belang te zijn.

Roswell

Uiteraard kan Roswell niet ontbreken. Geen geval zo bekend en wijd verspreidt als de vermeende

Jesse Marcel en de restanten van een weerballon

ufocrash nabij Roswell in 1947. Frappant genoeg werd deze zaak de wereld ingeholpen door de Amerikaanse luchtmacht zelf met de mededeling dat er een heuse “vliegende schotel” (de term UFO was destijds nog niet geformuleerd) was geborgen. Een dag later volgde de verklaring dat er echter geen vliegende schotel was neergekomen, maar een weerballon. Een opmerkelijk verschil toch wel.

Wat dan volgt zijn jaren en jaren over en weer claims en beweringen. Pas goed in gang gezet na 1978 door de Canadese onderzoeker Stanton Friedman, die er een boek over schreef. Was er nu wel of geen echte “ufo crash”. Over dit voorval is over de jaren heen al heel wat beweerd en geclaimed, maar een definitief antwoord op wat er nu echt is neergekomen, moet nog steeds gegeven worden. Niet in het minst omdat de officiële verklaring van het voorval nu al vier keer is veranderd, en de overheid dus drie keer heeft gelogen over het Roswell incident. Volgens de laatste officiële verklaring waren het gedropte “crash test dummies”.

Roswell in een, wel hele kleine, notendop.

Een “echte” ufo, of niet, uit de gang van zaken blijkt toch dat er wel iets is gebeurd wat belangrijk genoeg was om niet aan de grote klok te hangen.

Terugkijken

Objectief gezien zou toch geconcludeerd moeten worden dat een ander op zijn minst toch een beetje wazig blijft. Echte antwoorden ontbreken, informatie nog steeds geheim, en toch nog interesse in het fenomeen. Alles bij elkaar geeft het toch de indruk dat lang de onderste steen niet boven is. Ook de officiële onderzoeken, zoals het klapstuk Project Bluebook, kunnen naar wetenschappelijke maatstaven niet worden gebruikt om het onderwerp voor eens en altijd naar het rijk der fabelen te verwijzen. Het wetenschappelijke principe van “peer review”, waarbij andere onderzoekers methoden en resultaat kunnen verifiëren kan niet toegepast worden. En, ook niet onbelangrijk, met onderzoekers en projectleiders die zelf ook met commentaar gekomen zijn over de resultaten en methoden van het onderzoek zelf, ligt het niet voor de hand om een dergelijk onderzoek vanzelfsprekend voor betrouwbaar aan te nemen.

Ondanks dat er over de jaren heen enorm veel documenten zijn vrij gegeven is er nog steeds weinig duidelijkheid over de aard en herkomst van het fenomeen. Ook blijkt nergens uit waarom de belangstelling er nog steeds wel is. Wat overigens niet wil zeggen dat er niet een gegronde reden kan zijn om dergelijke informatie geheim te houden. Wat dat betreft kan er alleen gespeculeerd worden.

Tot slot

Decennia van onderzoeken, zowel van officiële zijde als door “ufo onderzoekers” levert hard bewijs voor precies niks op. Althans, niks wat uit officiële documenten is gebleken. Wat deze geheimzinnigheid vooral heeft opgeleverd is een fenomeen die door velen bijna tot een religie is verheven. Graancirkels, ontvoeringen, het verminken van vee en dan nog alle verhalen over aliens die dagelijks af en aan vliegen met al dan niet boze bedoelingen voor de mensheid, zijn schering en inslag geworden, maar hebben weinig tot niks meer van doen met wat het ufo fenomeen eigenlijk is, namelijk voorvallen met objecten waarvan de aard en herkomst niet verklaard kunnen worden. Zo simpel is het.

De realiteit is toch dat we te maken hebben met een fenomeen die toch niet simpel weg te redeneren is, en dat ook nooit is geweest. Ondanks dat het onderwerp voor de meeste mensen borrelpraat is die niet serieus genomen kan worden, spreken de feiten voor zich. Voor wat alle claims betreft is een sceptische benadering zeker noodzakelijk. Feit van fictie scheiden blijft, zeker wat dit onderwerp betreft, een noodzaak. Maar scepsis moet dan uiteraard ook wel beide kanten op werken. Eenrichtingsverkeer zoals alleen met een sceptische blik toezien op recente ontwikkelingen rond het fenomeen, maar het “rijke” verleden aan onderzoeken voor zoete koek slikken en aanvoeren als het bewijs dat ufo’s niet reëel zijn, geeft een wel heel erg verdraaid beeld. Gezien de ontwikkelingen, destijds al, rond dergelijke onderzoeken, kan toch best gesteld worden dat de uitkomsten op zijn minst wat twijfelachtig zijn.

Dit alles maakt van de onverklaarde ufovoorvallen uiteraard nog steeds geen buitenaards fenomeen. Ook daar ontbreekt tot op heden ieder hard bewijs voor.

Wat de verklaring ook mag zijn, het fenomeen blijkt belangrijk genoeg om achter slot en grendel te houden. En dat geeft op zich toch reden om te denken…

Bronnen:

http://www.theblackvault.com/documentarchive/all-ufo-documents-from/

http://www.huffingtonpost.com/alejandro-rojas/government-says-it-has-lo_b_9220206.html

https://en.wikipedia.org/wiki/Project_Blue_Book#USAF_current_official_statement_on_UFOs

https://en.wikipedia.org/wiki/Nathan_Farragut_Twining

https://en.wikipedia.org/wiki/Edward_J._Ruppelt

https://www.archives.gov/research/military/air-force/ufos.html

https://en.wikipedia.org/wiki/1952_Washington,_D.C._UFO_incident

The Report on Unidentified Flying Objects by Edward Ruppelt: http://www.gutenberg.org/cache/epub/17346/pg17346-images.html

https://en.wikipedia.org/wiki/Extraterrestrial_hypothesis

https://en.wikipedia.org/wiki/Donald_Keyhoe

https://en.wikipedia.org/wiki/Identification_studies_of_UFOs

https://vault.fbi.gov/Project%20Blue%20Book%20%28UFO%29%20/Project%20Blue%20Book%20%28UFO%29%20part%201%20of%201/view

http://edition.cnn.com/2015/01/20/us/feat-air-force-ufo-project-blue-book/

http://www.airspacemag.com/military-aviation/the-original-men-in-black-3849054/

https://en.wikipedia.org/wiki/National_Investigations_Committee_On_Aerial_Phenomena

http://www.cufon.org/cufon/malmstrom/UFO_A.html

https://en.wikipedia.org/wiki/Edward_Condon

https://en.wikipedia.org/wiki/Condon_Committee

http://www.dulcet.nl/?s=condon

http://www.telegraph.co.uk/news/science/space/8561250/Australias-UFO-files-mysteriously-disappear.html

http://www.bbc.com/news/world-us-canada-38663522

https://www.cia.gov/library/readingroom/collection/crest-25-year-program-archive

https://www.cia.gov/library/readingroom/collection/ufos-fact-or-fiction

https://nl.wikipedia.org/wiki/Roswellincident

Uitgebreidere Wiki versie in het Engels: https://en.wikipedia.org/wiki/Roswell_UFO_incident

5 1 stem
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

44 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
44
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x